Moses is 13 en woont afwisselend bij zijn vader en zijn moeder. Amper 3 jaar geleden verdronk zijn jongste broertje terwijl ze met alle kinderen samen aan het zwemmen waren. In één keer was alles anders. Moses mist nog altijd zijn jongste broertje Rinus, maar probeert het allemaal een plekje te geven. Dat doet hij door er steeds meer over te praten en om te zorgen voor plantjes. Op die manier eert hij Rinus een beetje en vindt hij ondertussen ook troost.